Algemeen

Inleiding en samenvatting

1.1 Inleiding en samenvatting

Met deze voorjaarsrapportage informeert het college de raad over de financiële stand van zaken van de plannen uit de programmabegroting 2023 en hoe de gemeente er financieel voor staat. Deze rapportage gaat over de eerste 4 maanden van het jaar met een doorkijk naar het einde van het jaar en biedt de mogelijkheid, daar waar dat nodig is, bij te sturen.

SAMENVATTING
De begroting 2023 wordt in deze voorjaarsrapportage met 4,99 miljoen euro voordelig bijgesteld. Dit bedrag is opgebouwd uit het saldo van het onderdeel verzamelbesluit/ financiële rechtmatigheid (1,26 miljoen euro voordelig) en het onderdeel financiële bijstellingen (3,73 miljoen euro voordelig).

Het begrotingssaldo 2023 na vaststelling van de voorjaarsrapportage komt uit op 5,1 miljoen euro voordelig.

Hieronder volgt een opsomming van de belangrijkste bijstellingen met een effect op het begrotingssaldo.

Voordelen

  • Dividendopbrengsten Twence en Bank Nederlandse Gemeenten (1,93 miljoen euro incidenteel)

Op basis van de bedrijfsresultaten over 2022 wordt er meer dividend uitgekeerd dan in de primaire begroting 2023 was geraamd.

  • BUIG-budget (1,74 miljoen euro incidenteel)

Als gevolg van de verhoging van het wettelijk minimumloon en een stijging in het aantal bijstandsdossiers nemen de lasten toe. Hier staat tegenover dat het nader-voorlopig BUIG-budget van het Rijk hoger uitvalt dan geraamd in de primaire begroting. Daarnaast verwachten wij een verhoging van het BUIG-budget van 3,98 miljoen euro. Het Rijk heeft bij de bekendmaking van het nader-voorlopig budget aangegeven dat nog geen rekening gehouden is met de prijsstijging van de bijstandsuitkering. De correctie hiervan (naar verwachting 3,98 miljoen euro) wordt verwerkt in het definitieve BUIG-budget dat in september 2023 door het Rijk wordt vastgesteld

  • Verkoop panden en gronden (1,59 miljoen euro incidenteel)

De gemeente heeft grond verkocht aan de Slachthuiskade, Bleskolksingel en nabij Grotestraat. Het netto verkoopresultaat bedraagt afgerond 1,7 miljoen euro positief. In de begroting is een stelpost opgenomen van 150.000 euro voor verkoopresultaat, waardoor de bijstelling afgerond 1,6 miljoen euro bedraagt.

  • Opvang vluchtelingen Oekraïne (1 miljoen euro incidenteel)

Vanuit het Rijk worden middelen ontvangen, gebaseerd op een normbedrag voor het aantal beschikbaar gestelde bedden en de opvangperiode. Op basis van onze aanvraag bedraagt de verwachte bijdrage voor de gemeentelijke opvang over de periode 1 januari tot 1 mei 2023, 3 miljoen euro. Hiervoor worden diverse kosten gemaakt. Het gaat hierbij om huisvestingskosten, het afnemen van schoonmaakdiensten, personele inhuur zoals onder andere een locatiemanager, huismeesters, tolken en uitvoeringskosten. Totaal een bedrag van 2 miljoen euro over dezelfde periode. Omdat de regeling niet gewijzigd is gaan wij ervan uit dat het Rijk net als is 2022 niet overgaat tot terugvordering van het restant op het normbedrag en ramen wij nu een voordelig saldo van 1 miljoen euro. Hier is echter nog geen definitief uitsluitsel over.  

  • Vrijval reservering energie (750.000 euro incidenteel)

In de programmabegroting is een meerjarige reservering van 750.000 euro opgenomen ten behoeve van de stijgende energielasten. Een gedeelte hiervan is gereserveerd voor de inkoop van gas. Voor de jaren 2023 en 2024 is deze reservering niet nodig, omdat het huidige contract gehandhaafd kan worden en de prijzen voor deze jaren ‘vastgeklikt’ zijn. In de komende periode wordt bekeken in hoeverre de reservering noodzakelijk blijft en of deze kan vrijvallen.

  • Kapitaallasten (645.000 euro incidenteel)

De kapitaallasten zijn herrekend op basis van de werkelijke boekwaarden per 1 januari 2023. Omdat een aantal investeringsprojecten lager uitvalt danwel later tot uitvoering komt, is er sprake van een onderuitputting op de kapitaallasten van ruim 1,6 miljoen euro. Deze onderuitputting valt incidenteel vrij ten gunste van de stelpost onderuitputting kapitaallasten op hoofdtaakveld 0 (1,0 miljoen euro). Het restant van 645.000 euro leidt tot een positieve bijstelling van het begrotingssaldo

Nadelen

  • Wmo/Jeugd (1,25 miljoen euro incidenteel/structureel)

Bij de Wmo zien we in de eerste maanden van 2023 een stijging in de uitgaven. Wij zien een toename in de zwaardere zorg voor Huishoudelijke ondersteuning. Daarnaast zijn de tarieven harder gestegen dan wij verwachtten. Ook verwachten wij hogere uitgaven voor de WMO hulpmiddelen naar aanleiding van de  aanbesteding van het nieuwe contract. Bij jeugd zien we een stijging in kosten op de individuele maatwerkcontracten

  • CAO gemeenteambtenaren (600.000 euro structureel)

De werkgevers en vakbonden hebben een akkoord over een nieuwe cao bereikt. De nieuwe cao loopt van 2 januari 2023 tot en met 1 januari 2024. In de cao is een salarisstijging afgesproken, waarbij de nadruk ligt op medewerkers in de eerste schalen in het loongebouw. De salarisstijging varieert gemiddeld van ruim 13% aan de basis tot ruim 12% in schaal 5 en bijna 7% in schaal 11. Dit ligt fors hoger dan de reservering van 4% die wij bij de begroting 2023 op basis van het Centraal Economisch Plan 2022 in onze meerjarenraming hadden opgenomen (zie ook taakveld 0.8).

  • Begroting RBT/XL Businesspark (470.000 euro incidenteel)

De begroting 2023 van het Regionaal Bedrijventerrein (RBT) is bijgesteld. Als gevolg van de bijgestelde uitgifteprognose vallen de ontvangsten vanuit de afgesproken afdracht voor bovenwijkse voorzieningen in 2023 lager uit. Dit levert een nadeel op van afgerond 470.000 euro.  Door versnelde verkopen van bedrijfsterreinen werd in 2022 een hogere afdracht voor bovenwijkse voorzieningen ontvangen, waardoor de verwachte afdracht voor 2023 naar beneden bijgesteld dient te worden.

Leeswijzer
In hoofdstuk 2 geven we inzicht in het verloop van het begrotingssaldo. Het startpunt is het begrotingssaldo uit de programmabegroting 2023. We zetten op een rij welke besluiten en mutaties met financiële gevolgen er voorafgaand aan deze voorjaarsrapportage zijn geweest. Tot slot geven we een samenvatting van de belangrijkste wijzigingen in deze voorjaarsrapportage en presenteren we een actueel begrotingssaldo.

In hoofdstuk 3 gaan we per hoofdtaakveld dieper in op de financiële mutaties. We maken daarbij onderscheid tussen de verzamel- en rechtmatigheidsbesluiten en overige bijstellingen van de begroting.

In hoofdstuk 4 wordt gerapporteerd over de stand van zaken van de investeringskredieten. De basis hiervoor is het Meerjaren investeringsplan (MIP) uit de programmabegroting 2022 en het kredietenverslag uit de jaarverantwoording 2021.

De stand van zaken met betrekking tot de in de programmabegroting 2022 opgenomen taakstellingen wordt beschreven in hoofdstuk 5 .

Als bijlage bij deze voorjaarsrapportage treft u de stand van zaken van de opvolging van de aanbevelingen van de accountant en het totaaloverzicht van openstaande investeringskredieten.

Tabel notatie
In de tabellen die we in deze nota presenteren staan positieve bedragen voor lasten en/of nadelen en negatieve bedragen voor baten en/of voordelen. Wanneer bij een wijziging bij alle jaarschijven een bedrag staat dan is de wijziging structureel van aard.

Voor de volledigheid merken we op dat in de tabellen cijfers zijn opgenomen die afgerond zijn op duizendtallen. Hierdoor kan het voorkomen dat er bij (totaal)tellingen kleine afrondingsverschillen ontstaan.

Deze pagina is gebouwd op 07/19/2023 13:13:22 met de export van 07/19/2023 13:09:57